AI-advertising komt eraan: waarom marketeers nú al moeten voorbereiden (nog voor OpenAI op de advertentieknop duwt)
Van machine-leesbare USP’s tot een AI-oorlogskas: zo maak je je marketing future-proof voordat de concurrentie wakker wordt.
AI-ads komen eraan (maar nog niet vandaag). Hoe slimme marketeers zich nu al voorbereiden op een wereld waarin OpenAI ook reclame verkoopt.
Er hangt iets in de lucht. En neen, het is geen hype, geen Web3-flashback en geen NFT met een ontwerpfout. Het is de realiteit dat OpenAI, het bedrijf dat 800 miljoen wekelijkse actieve gebruikers heeft en waarvan maar 5 procent effectief betaalt, vroeg of laat een extra inkomstenmotor moet aanzetten.
Wie een gebruikersbase heeft ter grootte van Europa, maar een conversieratio die kleiner is dan de kans dat je buurman nog fax gebruikt, komt automatisch tot dezelfde vraag: Waar zit de rest van de omzet?
En historisch gezien is er maar één antwoord: advertising.
Niet in de vorm van knipperende banners of pre-rolls, wel in de AI-variant ervan: gesponsorde suggesties, commerce-gedreven antwoorden, preferred partners, conversational placements.
Een UI die steeds meer vragen beantwoordt, wordt vroeg of laat een UI die bepaalde antwoorden strategisch positioneert.
Niet omdat het moet, maar omdat elke CFO ter wereld op een bepaald moment vraagt: “En hoe gaan we in godsnaam 760 miljoen gratis gebruikers monetiseren?”
Daarom moet je als marketeer nu al voorbereiden op een wereld waar AI niet alleen antwoorden geeft, maar ook aanbevelingen verkoopt. En hoewel dat toekomstmuziek is, is de partituur nu al geschreven.
Wat volgt is je handleiding voor de overgang van “zoekmachine-optimalisatie” naar “antwoord-optimalisatie”, van media buying naar “beschikbaarheid in de AI-interface”, van keyword naar intent.
Je toekomst in zes hoofdstukken.
1. De realiteit: AI creëert een winner-takes-all-omgeving
In een AI-antwoord krijg je geen tien blauwe links, geen scrollbare feed en geen “misschien interesseert dit u ook nog?”.
Je krijgt één antwoord. Eén compacte synthese.
In zo’n wereld wordt “bovenaan staan” niet zomaar belangrijk - het bepaalt je bestaansrecht.
Wat gebeurt er als OpenAI straks gesponsorde antwoorden toelaat?
Heel simpel: de concurrent die als eerste een sponsored placement koopt voor een intent zoals “beste energieleverancier voor gezinnen” krijgt de dominante positie. Niet bovenaan. Niet tussen andere resultaten.
Gewoon: exclusief.
Voor merken betekent dit dat de strijd niet meer gaat over zichtbaarheid, maar over aanwezigheid.
Ben je er, of ben je weg.
2. De shift: van keywords naar intents
AI denkt niet in keywords. AI denkt in betekenis.
De vraag “beste CRM voor snelgroeiende KMO’s?” bevat meer context dan honderd Google-zoekopdrachten samen. En het antwoord dat AI formuleert is gebaseerd op semantische relevantie, niet op keyword-density.
Wie zich voorbereidt op een advertentie-gedreven AI-ecosysteem, moet vandaag leren werken met intent clusters.
Geen content meer schrijven “ter SEO”, maar content schrijven die een AI begrijpt als:
Dit merk is expert in deze categorie.
Dit merk lost deze problemen op.
Dit merk is relevant voor dit type gebruiker.
Je moet met andere woorden je content herschrijven naar antwoordbare content.
Niet mooi. Niet creatief. Maar logisch, helder en semantisch consequent.
3. De voorbereiding: maak je merk machine-leesbaar
Als AI je merk vandaag niet begrijpt, dan kan AI je morgen ook niet adverteren.
Dat betekent dat je nu al moet investeren in:
– gestructureerde productdata (PIM, schema.org, taxonomieën)
– duidelijke value props die AI kan verwerken
– consistente beschrijvingen over al je kanalen
– externe bronnen die autoriteit opbouwen
Want let op: een AI toont niet zomaar wie betaalt. Hij toont wie relevant lijkt.
Als je machine-readiness zwak is, dan gaat je advertentiegeld straks gewoon in de berm liggen.
AI kan geen voordeel formuleren dat jij zelf nooit helder gecommuniceerd hebt.
4. De creatieve shift: je “advertentie” wordt tekst, niet creatie
In AI-ads ga je waarschijnlijk geen banners gebruiken. Geen TikTok-video’s. Geen carrousels.
Je “creative” wordt een set van argumenten die AI kan incorporeren in een antwoord.
Dat vraagt een ander soort marketingmuscle:
– Je moet USP’s hebben die AI kan begrijpen.
– Je moet bewijs leveren dat AI kan integreren.
– Je moet claims maken die AI kan valideren in externe data.
Een creatief director kan je merk sexy maken.
Een AI moet het beschrijfbaar kunnen maken.
Dat is een ander spel - en de marketeers die vandaag al mee zijn, nemen straks voorsprong waar je niet meer overheen komt.
5. De strategische actie: hou een experimenteerbudget vrij
Als OpenAI morgen aankondigt dat advertenties live gaan, dan gebeurt er exact hetzelfde als bij Google in 2002 en bij Facebook in 2012: early adopters kopen spotgoedkope intent-posities en domineren jarenlang.
Als jij dan eerst nog een business case moet schrijven, drie lagen goedkeuring moet doorlopen en een CFO moet overtuigen dat dit “misschien wel eens belangrijk kan worden”…
Dan mis je de start.
Slimme marketeers reserveren vandaag al 3 tot 7 procent van hun marketingbudget als “AI-experimenteerfonds”.
Niet groot, niet disruptief - gewoon genoeg om direct in beweging te komen zodra het kan.
Die budgetten gebruik je vandaag al voor:
– interne experimenten met AI-contentstructuur
– analyse van huidige AI-visibility (“hoe beschrijft GPT ons?”)
– tooling voor embeddings, metadata en categorielogica
– het bouwen van kleine prototypes van AI-funnels
– interne opleidingen rond intent-marketing
Zo word je niet verrast.
Je staat al aan de startlijn wanneer anderen nog hun sportschoenen zoeken.
6. Het voordeel: lokale merken kunnen wél winnen
Wat veel Belgische en Nederlandse marketeers onderschatten: AI is niet allergisch aan kleinere merken.
Integendeel: lokale autoriteit telt zwaarder dan advertentiebudget.
Als jij vandaag al zorgt dat AI weet wie je bent, welke categorie je beheerst en welke bewijzen je hebt, dan ben je morgen goedkoper en effectiever zichtbaar dan internationale giganten.
De AI-economie beloont duidelijke merken.
Niet de grootste, maar de best beschreven.
En dat is misschien de eerste keer in vijftien jaar dat kleine merken een strategisch voordeel hebben.
De conclusie (en de lichte duw in de rug)
AI-ads bestaan nog niet.
Dat is precies waarom je er nú op moet voorbereiden.
De toekomst wordt niet bepaald door wie het grootste budget heeft, maar door wie het best voorbereid is op een ecosysteem waar:
één antwoord belangrijker is dan honderd zoekresultaten
intent zwaarder weegt dan keyword
data belangrijker is dan creatie
en merktrouw wordt bepaald door hoe AI jou begrijpt.
Je hoeft niet hysterisch te worden.
Gewoon verstandig.
Rustig.
En een tikje sneller dan je collega-concurrenten.
Begin met een klein experimenteerbudget.
Update je productdata.
Test je AI-vindbaarheid.
Bouw intent-content.
Maak je merk machine-leesbaar.
En als de advertentiemarkt openklapt?
Sta klaar. En ren.


